De formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben in hun onlangs gepubliceerde hoofdlijnenakkoord niets opgenomen over de komende pensioenhervormingen. Volgens de daaropvolgende berichten is dit een zogenaamde ‘vrije kwestie’ waar ieder van deze partijen zijn eigen koers kan varen. NSC heeft al laten weten dat dit waarschijnlijk niet zal betekenen dat de Wet toekomst pensioenen in zijn geheel zal worden teruggedraaid, maar dat er wordt gekoerst op minder ingrijpende veranderingen zoals meer rechten voor de deelnemers bij een eventuele overgang naar het nieuwe stelsel. Ik neem u nog graag even mee naar deze Wet toekomst pensioenen.
Over de inhoud van de wet is al veel gezegd. De individuele pensioenpotten plus bijbehorende rekenregels moeten de oplossing zijn voor de indexatieproblemen van de afgelopen jaren. Hoe dit gaat gebeuren is niet duidelijk; er zijn geen heldere rekensommen die duidelijk maken hoe de overgang van de reeds opgebouwde pensioenrechten van het huidige naar het nieuwe systeem en de indexatie daarna eruitziet. Het kabinet en de sociale partners beloven extra geld in de individuele potten, komend uit de bestaande reserves. Het is de grote vraag of dat gaat gebeuren. Er blijven forse collectieve delen van de huidige pensioenpotten bestaan, en er is geld nodig voor compensatie van bepaalde groepen, denk bijvoorbeeld aan 50-plussers die hun voordeel van de doorsnee premie gaan missen. Denk ook nog even aan de niet misselijke kosten van invoering; die zullen allemaal ten laste van de pensioengerechtigden komen.
Om de indexatieproblemen van de bestaande pensioenrechten op te lossen wordt ervoor gekozen om die van het huidige naar het nieuwe systeem over te hevelen. Dit wordt met een mooi woord ‘invaren’ genoemd en vormt meteen het grootste risico bij een overgang. Het echte rekenwerk moet nog door de pensioenfondsen worden gedaan, er is tot nu toe slechts een niet verder uitgewerkt raamwerk in de wet opgenomen. Er zullen dus voor de inwerkingtreding van het nieuwe pensioenstelsel (beoogde datum 1 januari 2027) vele miljoenen berekeningen moeten worden gemaakt van de nieuwe individuele potten. Laten we eens bekijken wat daar allemaal bij komt kijken.
Berekeningen hebben alleen zin als ze gebaseerd zijn op de juiste gegevens en uitgangspunten. Als we naar de benodigde gegevens kijken dan moeten pensioenfondsen per deelnemer beschikken over (in ieder geval) de premie inleg van deelnemer en werkgever en het daarop gemaakte rendement. Het lijkt erop dat pensioengerechtigden maar zullen moeten vertrouwen op de data van de fondsen, want ik ken geen enkele pensioengerechtigde die dit onder het bestaande stelsel zelf allemaal heeft bijgehouden. De uitgangspunten van de berekeningen staan in de wet, maar zoals gezegd is er volstrekt nog geen duidelijkheid waartoe die uitgangspunten gaan leiden. Voor een individuele pensioengerechtigde niet te controleren en niet echt vertrouwenwekkend dus voor een operatie die op ieders (toekomstige) inkomen een groot effect kan hebben.
Wat kun je dan als individueel pensioengerechtigde als je het niet eens bent met de gegevens en uitgangspunten waarop de berekening van jouw individuele pot is gebaseerd? Als het resultaat dus tegenvalt? Het recht om als individu bezwaar te maken tegen wat er met je pensioenrechten gebeurt bij het ‘invaren’ is in de wet gemakshalve uitgesloten. Omdat pensioenrechten kunnen worden gezien als eigendomsrechten is een gang naar de rechter wel mogelijk. Dat is dan ook de weg die vele pensioengerechtigden waarschijnlijk zullen volgen als de resultaten tegenvallen. De Raad voor de Rechtspraak heeft al gewaarschuwd voor een infarct van het rechtelijke systeem als dat zal gebeuren. De te verwachten uitvoeringsproblemen zullen zich dus niet alleen bij de pensioenfondsen voordoen.
Het zou me dan ook niets verbazen als er alsnog een beweging ontstaat om bestaande pensioenrechten maar niet te laten ‘invaren’ maar die achter te laten in het huidige pensioenfonds, en om de rechten van
het nieuwe systeem in een nieuw pensioenfonds onder te brengen. De huidige pensioenfondsen worden dan gesloten fondsen waar geen nieuwe rechten meer worden opgebouwd. De huidige regels over indexering en dergelijke blijven in dat geval gewoon gelden. Dat lijkt overigens geen probleem nu de dekkingsgraad van vele fondsen stijgt met de steeds hoger wordende rente en structurele indexatie derhalve binnen bereik komt.
Dat scheelt de fondsen dan ook nog eens heel veel tijd, energie en aandacht, want zoals gezegd gaat die vooral in het ‘invaren’ zitten. In de praktijk hebben bedrijven die hun pensioenregeling hebben veranderd dit model toegepast, tot tevredenheid van alle belanghebbenden.
Ik ben zeer benieuwd wat de politieke partijen met deze ‘vrije kwestie’ gaan doen. Al te lang wachten kan niet meer omdat er inmiddels vele voorbereidingshandelingen worden getroffen door de pensioenfondsen. Het is van belang dat iedere betrokkene snel duidelijkheid krijgt waar eventuele aanpassingen aan de wet zullen plaatsvinden.