Ik was erg benieuwd naar het wetsvoorstel dat het pensioenakkoord moet vastleggen, en nog meer naar de memorie van toelichting die eindelijk eens met een paar heldere rekensommen duidelijk zou maken hoe de overgang van de reeds opgebouwde pensioenrechten van het huidige naar het nieuwe systeem eruit komt te zien. Die overgang, in het pensioenakkoord en ook in het wetsvoorstel ‘invaren’ genoemd, is immers veruit het meest belangrijke onderdeel. Hoe gaan al die honderden miljarden, die nu in een gezamenlijke pot zitten, verdeeld worden over ieders individuele pot?
Tot mijn grote schrik en teleurstelling kwam ik in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting geen enkele rekensom tegen. Wel zeer veel tekst, blijkbaar moeten onze parlementariërs het daar mee doen. Maar hoe kunnen ze zich nu een beeld vormen van wat er precies gaat gebeuren bij de overgang naar en in het nieuwe systeem? Of vinden ze de beloftes dat het pensioen eerder geïndexeerd gaat worden al min of meer genoeg?
Of is het de bedoeling om slechts een raamwerk goed te keuren om later de pensioenpartijen het echte rekenwerk te laten doen? Ook dan is de vraag relevant; hoe kun je iets beoordelen en goedkeuren zonder dat je weet welke gevolgen dat heeft? Het heeft natuurlijk zeer grote gevolgen voor de pensioenrechten van eenieder, terwijl het recht om als individu bezwaar te maken tegen wat er met je pensioenrechten gebeurt in datzelfde wetsvoorstel gemakshalve wordt uitgesloten.
Het zou me dan ook niets verbazen als er een beweging ontstaat om bestaande pensioenrechten maar niet te laten ‘invaren’ maar die achter te laten in het huidige pensioenfonds, en om de rechten van het nieuwe systeem in een nieuw pensioenfonds onder te brengen. De huidige pensioenfondsen worden dan gesloten fondsen waar geen nieuwe rechten meer worden opgebouwd. De huidige regels over indexering en dergelijke blijven in dat geval gewoon gelden. Dat lijkt overigens geen probleem nu de dekkingsgraad van vele fondsen stijgt met de steeds hoger wordende rente en indexatie derhalve binnen bereik komt.
In beginsel moet echter worden ‘ingevaren’, tenzij dit niet in het belang is van belanghebbenden. Zonder rekenwerk is dit natuurlijk niet te bepalen. In de memorie van toelichting wordt voortdurend opgemerkt hoe onwenselijk het is om pensioenrechten achter te laten, hoeveel extra administratie dat wel niet gaat opleveren en hoe gering de kans op indexatie wel niet zal zijn. Gesloten fondsen met bestaande pensioenrechten zijn blijkbaar niet het doel waar men op af wenst te koersen.
Ik denk dat het laten zitten van bestaande pensioenrechten in gesloten fondsen een prima idee is, zeker als de vermogenspositie van het fonds solide is. Het is dan, zeker met de steeds hoger wordende rente, niet in het belang van veel belanghebbenden om de bestaande pensioenrechten op te geven. De nieuwe pensioenrechten, gebaseerd op een premieregeling, kunnen dan mooi in een nieuw fonds. Dat scheelt de fondsen dan ook nog eens heel veel tijd, energie en aandacht, want zoals gezegd gaat die vooral in het ‘invaren’ zitten. In de praktijk hebben bedrijven die hun pensioenregeling hebben veranderd dit model toegepast, tot tevredenheid van alle belanghebbenden.
Kortom, een wetsvoorstel zonder het benodigde rekenwerk dat daardoor vooralsnog een black box blijft. Ik hoop dat de bedoelde rekensommen snel ter tafel komen en er een echte afweging van ieders belangen kan komen. Eigenlijk is dit wetsvoorstel te belangrijk om, ook in dit stadium, alleen aan ons parlement over te laten en zou iedereen met bestaande pensioenrechten in ieder geval enig inzicht moeten hebben in de gevolgen hiervoor. Daar hebben we na al die jaren praten wel recht op.